Groente van de maand mei – door Merel Hermans
De tuinboon is een van de alleroudste gecultiveerde gewassen ter wereld1. Misschien herinner je de Vruchtbare Halvemaan nog wel? Dit gebied ligt in het Midden-Oosten en daar is zo’n 8.500 jaar voor Christus de landbouw ontstaan. Tegenwoordig weten we dat er onafhankelijk van elkaar op meerdere plaatsen ter wereld landbouw is ontstaan, al werd dat niet overal op dezelfde manier aangepakt. Een mooi voorbeeld zijn de voedselbossen die in Zuid-Amerika werden gevonden2, maar in eerste instantie niet als zodanig werden herkend door Columbus en zijn volgelingen.
Deze prachtige bloemen horen bij de tuinboon. (Foto: Josep Gesti, https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Vicia_faba,_Santa_Coloma_de_Farners.jpg)
Nomen est omen
De tuinboon behoort tot de familie van de Vlinderbloemigen en draagt de Latijnse naam Vicia faba. Faba is Latijn voor boon en vicia komt van vincio en betekent vlechten/winden/binden. De tuinboon is zijn hechtranken die hiernaar verwijzen echter verloren bij het cultiveren. Soms wordt zijn andere naam gebruikt; Faba sativa. Het tweede deel, sativa, staat voor ‘gecultiveerd’ en is gereserveerd voor soorten die gedurende jaren zodanig zijn gekruist dat voor de landbouw gunstige eigenschappen samen kwamen. Andere voorbeelden zijn Avena sativa (haver), Lactuca sativa (sla) en Pisum sativum (erwt). Mocht je niet in de gelegenheid zijn om een van onze voedseltuinen binnenkort te bezoeken om de tuinboon in bloei te zien, dan is er wel de kans om een nauwe verwant van de tuinboon in het wild te zien. Op verschillende plekken in wegbermen kun je de donkerroze vlinderbloemen van de heggenwikke (Vicia sepium) tegen komen. Althans, laten we hopen dat de leus ‘Maai mei niet!’ in acht wordt genomen.
Groei, bloei, boon
Hoe herken je de tuinboon? Het meest onderscheidend zijn de bloemen. Elke bloem is opgebouwd uit een kiel, twee vergroeide kroonbladen die de meeldraden en stamper omsluiten, een vlag (het bovenste kroonblad) en twee zijdelingse kroonbladen, de zogenaamde zwaarden. De bloemen zijn wit met op de zwaarden zwarte of purperen vlekken. Om vruchten, in dit geval de bonen, te kunnen ontwikkelen moet de plant bevrucht worden. Daarbij moet stuifmeel van de meeldraden op de stamper van de bloem terechtkomen. Dit kan de tuinboon gewoon zelf! Vruchtzetting, in dit geval de ontwikkeling van de boon, blijkt echter efficiënter met wat hulp van insecten3. De honingbij heeft een te korte tong en maakt daarom een gat in de bloem om gemakkelijk bij de nectar te komen. De beweging die de bloem hierbij ondergaat draagt bij aan de zelfbestuiving. Het meest succesvol is echter de tuinhommel. Het grotere lijf zorgt voor een gemakkelijkere toegang tot stamper en meeldraden, aangezien de kroonbladeren door het gewicht uiteen wijken. Daarnaast heeft de tuinhommel een erg lange tong en kan daarmee de moeilijk bereikbare nectar tot zich nemen. Aangezien de tuinhommel stuifmeel met zich meedraagt vindt kruisbestuiving plaats, hetgeen gunstiger lijkt voor de vruchtzetting3. Vlinderbloemigen worden, zoals de naam misschien zou vermoeden, niet bestoven door vlinders. De bloemvorm zou wel lijken op een vlinder.
Samenleven
Naast bestuiving gaat de tuinboon, net als bijna alle andere leden van de Vlinderbloemigen familie, een symbiotische relatie aan met bacteriën. Deze zogenaamde Rhizobium bacteriën zetten de wortels van de tuinboon aan tot het vormen van knolletjes waarin de bacteriën kunnen leven en stikstof uit de lucht fixeren. Aangezien de tuinboon dat laatste zelf niet kan, maar toch stikstof nodig heeft om chlorofyl aan te maken en te kunnen groeien, is het samenleven met deze wortelknolletjesbacteriën erg gunstig. De plant geeft de bacterie suikers in ruil voor stikstof4. Door deze symbiose bestaat de tuinboon voor een groot deel uit eiwit. Niet alleen mensen houden van de tuinboon, ook andere organismen belagen de plant graag. Zwarte bonenluis is hier een goed voorbeeld van. Wat schijnt te helpen om een dergelijke plaag te verminderen is om de tuinboon te kweken samen met bijvoorbeeld dille of bonenkruid. Deze planten maken stofjes aan waarmee ze bijvoorbeeld lieveheersbeestjes, sluipwespjes en zweefvliegen aantrekken, de natuurlijke vijanden van bladluizen5,6.
Chemie
De tuinboon is zo voedzaam omdat de boon zelf veel eiwit bevat, zo’n 10-25%7. Naast eiwitten zijn tuinbonen ook rijk aan koolhydraten en vezels. De vaak wat bittere smaak wordt veroorzaakt door o.a. de anti-oxidanten tannines, saponines en flavonoïden8. Uit onderzoek blijkt dat deze stoffen o.a. een positieve uitwerking hebben op de bacteriën in onze darmen. Dat geldt overigens ook voor de vezels in de tuinboon. De combinatie leidt tot meer variatie in het darmmicrobioom en deze bacteriën produceren op hun beurt weer belangrijke stoffen om ons lichaam gezond te houden9. Winderigheid als gevolg van het eten van bonen wordt gelukkig minder naarmate je vaker bonen eet10. Helaas zijn er ook mensen die geen tuinbonen mogen eten vanwege een bepaald enzym dat niet goed functioneert11.
tuinbonenspread
Aangezien ons lichaam negen van de 21 bouwstenen van eiwitten niet zelf kan maken, moeten we deze dus binnenkrijgen via onze voeding. De tuinboon bevat veel lysine, één van de bouwstenen van veel eiwitten, de bouwsteen methionine komt er echter weinig in voor. Methionine zit wel veel in granen. Voor de lunch is een volkoren boterham met tuinbonenspread dan ook een goed en smakelijk idee.
Recept
Voor de spread (8-10 porties) heb je het volgende nodig:
- 450 g verse tuinbonen (gedopt of dubbelgedopt)
- sap van 1 biologische citroen
- 2 el olijfolie
- 2 el tahin (sesampasta)
- 2 tenen knoflook
- een takje bonenkruid
- een takje dille
Kook de tuinbonen ongeveer 5 minuten in water. Giet ze af en doe ze in een blender. Voeg het sap van de citroen, de olijfolie, tahin, dille en bonenkruid toe en maal tot de gewenste dikte. Schenk er water bij als je een gladdere spread wilt. Smullen maar!
Je kunt de spread in de koelkast bewaren, sprenkel er dan wat extra olijfolie over. Er zijn trouwens ook mensen die helemaal niets willen verspillen en de boon in zijn geheel benutten. Kijk maar eens naar het recept in deze link.
Referenties
1Caracuta et al., 2015 (https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/26458981/)
3Lundin, 2023 (https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1439179123000270)
4https://nl.wikipedia.org/wiki/Rhizobium
5https://www.permaculturenews.org/2014/10/04/plants-attract-beneficial-insects/
6https://www.gardenersworld.com/plants/satureja-hortensis/
7Pasqualone et al. 2020 (https://journalofethnicfoods.biomedcentral.com/articles/10.1186/s42779-020-00073-1)
8Karolkowski et al., 2023 (https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC10141849/)
9Whitman et al., 2024 (https://www.mdpi.com/2072-6643/16/8/1159)
10Mutuyemungu et al., 2023 (https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1756464622004376#b0445)
11Moss, 2018 (https://ashpublications.org/thehematologist/article/doi/10.1182/hem.V15.2.8304/463044/Deconstructing-the-Threat-of-the-Fava-Bean)